Voorbereiding voor analogieën test
Als jou gevraagd wordt om een assessment te doen als onderdeel van jouw sollicitatie of ontwikkeling bij een bedrijf, ontkom je niet aan een analogieën test. Het is namelijk voor veel beroepen van belang dat je onderlinge verhoudingen tussen objecten kunt ontdekken en analogieën zijn hier een goede opgave voor. Het is daarom van belang dat je zoveel mogelijk gaat oefenen met dit onderdeel, zodat je jouw score omhoog kunt brengen aan de hand van jouw vaardigheden en op deze manier indruk kunt maken op jouw (toekomstige) werkgever. Wil je nog meer capaciteitentesten oefenen? Bekijk dan onze assessment trainingen onderaan de pagina.
Inhoudsopgave
Uitleg van analogieën
De analogieën test is een vast onderdeel van de capaciteitentest. Deze capaciteitentest toetst jouw vaardigheden aan de hand van een aantal vraagstukken. Het maakt daarbij niet uit welk assessment je gaat doen, je zult altijd met dit onderdeel te maken krijgen. Analogieën testen hierbij jouw woordenschat, taalvaardigheid, abstracte vermogens, analytisch denkvermogen en logisch redeneren. Je moet bij analogieën namelijk de onderlinge verbanden weten te vinden tussen de gegeven woorden om het ontbrekende woord in te vullen. Zonder jouw woordenschat kun je dit verband echter niet vinden. Het is dus belangrijk dat je van meerdere woorden de betekenis weet, zodat je ook weet wat ze doen.
Analogieën oefentest
Soorten analogieën
Een goede voorbereiding begint bij het weten welke soorten analogieën er zijn. Beide soorten kunnen namelijk voorkomen in de analogieën test en je moet daarom ook op beide voorbereid zijn. Je moet als eerste weten wat de overeenkomst is tussen de gegeven begrippen. De linkerhelft en de rechterhelft hebben beide een verband en zijn ook onderling verbonden met dezelfde relatie. Dit blijft bij beide soorten gelijk.
Verbale analogieën worden ook wel enkelvoudige analogieën genoemd. Dit is de makkelijkste vorm, doordat er maar een woord is weggelaten bij de begrippen. Hierbij is een van de helften dus volledig ingevuld, terwijl er aan de andere kant een woord mist. Het is aan jou om dan het missende woord in te vullen op de analogieën test. Er zijn altijd een aantal antwoorden gegeven. Probeer echter eerst zelf te kijken wat het onderlinge verband is, zodat je er zeker van bent dat je het snapt. Denk hierbij aan dief : stelen = Arts : … Als je goed kijkt naar dit voorbeeld, zie je dat er een handeling van de dief wordt aangetoond. Je moet dus ook de handeling van de arts invullen. Als je als gegeven antwoorden medicijnen, opereren en patiënten hebt, kan alleen opereren het juiste antwoord zijn.
Dubbele analogieën
Bij dubbele analogieën is dit iets lastiger. In plaats van een zijn er vaak twee woorden weggelaten. Dit kan zowel een complete helft als in iedere helft een woord zijn. Deze analogieën vind je vaak terug in testen bij hoger opgeleiden en kunnen het jou moeilijk maken zonder de juiste oefeningen. Een van de eenvoudigere varianten van dubbele analogieën is mes : … = … : rijden. De gegeven antwoorden kunnen hierbij A. snijden, auto, B. lepel, fiets, C. bestek, stuur zijn. Je moet hierbij naar beide helften kijken. Een mes is hierbij een voorwerp. Het is echter nog niet duidelijk wat hierbij aangegeven moet worden. Bij de rechterhelft staat rijden, wat een handeling aanduidt. Je moet dus de handeling van het mes hebben en daarnaast het voertuig dat rijdt. Het juiste antwoord op dit vraagstuk is A.
Voorbereiden van de analogieën test
Voorbereiden op de test begint bij het doorlezen van alle informatie. Hier staan namelijk verschillende tips en oplossingsstrategieën in, waardoor het eenvoudiger is om de vragen op te kunnen lossen. Hier zou je eventueel aantekeningen van kunnen maken, zodat je ze erbij kunt pakken als het nodig is. Je kunt er ook voor kiezen om iedere keer dat jij de oefeningen gaat maken eerst weer de informatie door te lezen. Met de oefeningen zorg jij ervoor dat je de verbanden sneller gaat zien en dat daarnaast jouw woordenschat omhoog gaat.
Woordenschat
Vooral jouw woordenschat is belangrijk. Als jij namelijk een lage woordenschat hebt, kun je de onderlinge verbanden ook niet snel achterhalen. Probeer daarom zoveel mogelijk te lezen. Kies hierbij voor literatuur. Hier staan immers vaak woorden in die je niet veel gebruikt. Aan de hand van de context kun je de betekenis van de woorden aflezen, maar daarnaast zou je ze op kunnen zoeken in een woordenboek. Het kost iets meer tijd, maar je zult er bij veel onderdelen van de capaciteitentest baat bij hebben als je deze tijd benut. Ook gesprekken met jouw omgeving kunnen jouw woordenschat uitbreiden. Als iemand een woord zegt dat jij niet kent, kun je naar de betekenis ervan vragen.
Planning
Voor de juiste voorbereiding heb je een goede planning nodig. Deze planning zorgt er namelijk voor dat jij iedere dag kunt gaan oefenen voor jouw analogieën test. Daarnaast voorkom je dat je een onderdeel overslaat en heb je ook een houvast om er daadwerkelijk mee aan de slag te gaan. Je zult merken dat als je een dag overslaat, je ook tijd tekort gaat komen voor het assessment. Als je jouw planning gemaakt hebt, kun je aan de slag met alle oefeningen die er op de website te vinden zijn. Hoe meer je oefent, hoe beter en sneller het zal gaan. Je weet de verbanden te herkennen en bent daarnaast zo gewend aan de vraagstelling dat je moeiteloos door alle vragen heen gaat komen. Ook zou je van hieruit zelf weer analogieën kunnen bedenken. Op deze manier weet je zeker dat je het onderdeel begrepen hebt en kun je hoog scoren voor jouw analogieën test.
Tips bij het maken van de analogieën test
Tijdens het maken van de analogieën moet je er voornamelijk voor zorgen dat je jouw concentratie bij de opdrachten houdt. Zo voorkom je dat je onnodige fouten gaat maken. Je hebt niet veel tijd om alle vraagstukken te beantwoorden, maar kunt wel op je gemak de vragen doorlezen. Aandachtig lezen is het halve werk en hiermee kun je jouw score positief beïnvloeden. Daarnaast helpt dit voor jouw zelfvertrouwen. Je hebt immers goed geoefend voordat je aan het assessment begonnen bent. Je kent de vragen, je weet hoe het zit. Met jouw concentratie raak je daarom ook het zelfvertrouwen niet kwijt om alle vragen te beantwoorden.
Houd de tijd in de gaten. Je krijgt een uur om de gehele capaciteitentest te maken. Dit houdt ook in dat je maar een paar seconden per vraag hebt. Zorg er daarom voor dat je niet te lang blijft hangen bij een vraag als je deze niet begrijpt. Het is soms verstandiger om door te gaan naar de volgende dan veel tijd te verspillen aan het achterhalen van een antwoord. Je kunt dan aan het einde alsnog naar de vraag terugkeren om het antwoord in te vullen.
Nog meer oefenen voor de analogieën test
Wil je nog meer oefenen? Doe dan de assessment training. Met de assessment training kun je tegen een vergoeding levenslang veel gebruikte onderdelen van een IQ test onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert op een assessment en je zult hoger scoren voor een IQ test en de andere onderdelen. Klik hier om verder te gaan of bekijk de trainingspakketten hieronder.